Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de Levieten en gans Juda deden naar alles, wat de priester Jojada geboden had; en [17]zij namen een ieder [18]zijn mannen, die op den sabbat inkwamen, met degenen, die op den sabbat uitgingen; want de priester Jojada had aan de [19]verdelingen geen verlof gegeven. 17. Namelijk, de oversten der honderden, van welken zie, boven, vs.1, en vergelijk 2 Kon.11:9. 18. Te weten, die hun uit de Levieten van den overpriester Jojada toebesteld waren. 19. Zie van deze verdelingen 1 Kron.23:, 1 Kron.24:, 1 Kron.25:, 1 Kron.26:; uit deze mocht niemand scheiden, dan zijn afscheid en verlof hebbende; hetwelk Jojada nu den afgaanden niet heeft gegeven, opdat er dubbel wacht zou zijn om deze zaak uit te voeren.